Er zijn 3 vormen van herkaderen:
Neem een vervelende, pijnlijke of ongewenste ervaring/gedrag mee naar een context/situatie waar deze ervaring/gedrag wel gepast of geschikt is en daardoor een positieve betekenis krijgt.
Je gaat opzoek naar de positieve betekenis van de ervaring/gedrag. De basisovertuiging ‘Aan de basis van elk gedrag ligt een positieve intentie‘ heeft hier betrekking op. De inhoud/gedrag blijft hetzelfde, echter door up-chunken verander je de betekenis. Vragen die hierbij gebruikt kunnen worden zijn:
Je verandert de inhoud door het toepassen van submodaliteiten. Iets wat groot en beweegt, maak je klein en stilstaand.